In de ochtenddienst mag ik voorgaan in de Grote Kerk. We hebben een wat lange schriftlezing die we in twee delen zullen lezen (genesis 29). We vervolgen daarmee de lezing over Jakob en zijn visioen. Laban, na het verhaal van Jakob gehoord te hebben, antwoordt met de woorden: Het is duidelijk dat je familie van mijn bent…In het Latijn bestaat de uitdrukking: Nomen est omen: de naam is een voorteken. De romeinen waren van mening dat iemand zijn naam iets zei over zijn of haar lot. Jakob heet hiel- of pootjehaker…is zijn naam ook zijn lot? We lezen daarbij ook een stuk uit het evangelie naar Mattheus: En ik zeg je, jij bent Petrus, en op die rots zal Ik mijn kerk bouwen; de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. Is Petrus ook altijd die rots? Jakob altijd die pootjehaker? En wat is jouw naam?
Collecten: 1. Diaconie. 2. Taakgroep Erediensten. 3. Taakgroep Communicatie.